29 juni 2010
silhouet
Eos 400D 60mm Iso 400 F8 1/800 -0,7
Een silhouet is een schaduwbeeld, zodanig dat de persoon of het voorwerp te herkennen valt.
Deze brandnetel in tegenlicht op de voormalige vuilnisbelt van Emmen voldoet aan de beschrijving van silhouet.
Even tijd gemaakt voor bijkletsen met mijn vriendin met onze camera's in de hand. Het was erg warm en de muggen hadden als vanouds dorst....
Ons uitje heeft toch maar weer een foto voor de blog opgeleverd.
23 juni 2010
Oeverlibelle
Gewone oeverlibel (Orthetrum cancellatum)
Spanwijdte vleugels 70-80 mm, juni-september
EOS 1000 1/200 F11 250 mm iso 100
Komt vrij algemeen voor maar ik had hem nog niet eerder gezien. Foto is genomen in Hellendoorn. Oeverlibellen gaan graag op stenen en kale bodems zitten dichtbij het water. Voor deze moest ik plat op mijn buik en kon ik schuivend wat dichterbij komen. Maar lang zat hij niet stil.
Ze zijn groter dan andere oeverlibellen. Het achterlijf is pijlvormig: het begint breed, eindigt in een punt en heeft rechte zijkanten. Het gezicht is geel tot bruin. De pterostigma’s zijn zwart. Mannetje: uitgekleurde mannetjes hebben een blauwberijpt achterlijf met een duidelijke zwarte punt.
Spin van het jaar 2010
De kruisspin oftewel de Araneus diadematus.
EOS 400D 1/40 sec 60mm iso 100 F6.3 -0,7
Eén van de meest bekende spinnen.
In onze achtertuin met de zon op zijn lijf wachtend op zijn prooi.....hij eet het liefst muggen en vliegen.
Als het gaat over spinnen, komt bij de meeste mensen het beeld van een kruisspin direct op het netvlies. Deze welbekende spin is uitgeroepen tot spin van het jaar 2010 door de Europese Arachnologische Vereniging. Uit Europa zijn circa 50 soorten wielwebspinnen bekend. In ons land zijn het er ongeveer 25. Araneus diadematus komt uit de familie van de Wielwebspinnen. Hoewel de Kruisspin zeer algemeen is, lijken recente waarnemingen er op te wijzen dat de soort minder talrijk wordt.
De bruine spin is herkenbaar aan de karakteristieke witte kruistekening op het achterlijf. Hij bouwt een zogeheten wielweb met niet-kleverige spaken en een kleverige spiraaldraad waarmee vliegende insecten worden gevangen. Het grote wielweb wordt in struiken en in de lagere takken van bomen gebouwd. De spin zit meestal in het web, in het centrum en met de kop omlaag. Als het web stuk gaat eet de spin de draden op zodat de eiwitten direct weer voor de nieuwe spinseldraden kunnen worden gebruikt - efficiënt hergebruik.
http://www.ncbnaturalis.nl/nl/pers/persberichten/20100216_persbericht/
De Kruisspin zelf draagt een karakteristieke witte kruistekening op haar achterlijf. Daaraan dankt ze haar naam en het zorgde er zelfs voor dat de spin tijdens de middeleeuwen lang vereerd werd door Christenen. Er bestaat zelfs een Christelijk sprookje over een spin die haar web weefde in de doornenkroon van de gekruisigde Jezus en op die manier de lastige vliegen wegving. De spin werd hiervoor door God beloond met een witte kruistekening op de rug. Zo ontstond dus de Kruisspin.
Dit kenmerkende patroon wordt gevormd door vijf witte vlekken (vier langwerpige en één ronde in het midden) die soms in mekaar overvloeien. De witte kleur heeft het te danken aan een afvalsstof, guanine genaamd, die opgeslagen wordt vlak onder de huid op deze plaatsen.
Het achterlijf vertoont verder nog een bladvormige tekening en is het breedst aan het voorste derde deel, waardoor het een eerder driehoekige vorm heeft. Daarmee onderscheidt ze zich ondermeer van verwante soorten als de genoemde Viervlekwielwebspin en de Marmerspin, die het breedste punt in het midden van hun achterlijf (abdomen) hebben, dat daardoor dus een meer ronde vorm krijgt.
De soort is variabel van kleur en kan van geel over roodachtig tot verschillende bruintinten hebben. De mannetjes bereiken ee lichaamslengte (poten niet meegerekend) van 5 tot 10 mm. Vrouwtjes zijn een stuk groter en meten tussen 12 en 17 mm.
http://www.european-arachnology.org/esy10/vlaams.shtml
Abonneren op:
Posts (Atom)